1) PROCEDUREVERLOOP AANVRAAG TOT WI

1) PROCEDUREVERLOOP AANVRAAG TOT WIJZIGING OFFSHORE WINDTURBINEPARK ‘Q10’ Op 18 december 2009 is aan Eneco New Energy B.V. een vergunning verleend voor het oprichten en in stand houden van het offshore windturbinepark ‘Q10’ (ref. WSV 2009-1229) op grond van artikel 2 Wet beheer rijkswaterstaatswerken (hierna: Wbr). Bij brief van 26 januari 2010 (ref. WSV/2010-194) heeft het bevoegd gezag ingestemd met het verzoek tot wijziging van de tenaamstelling van de vergunning van Eneco New Energy B.V. in Q10 Offshore Wind B.V. Bij besluit van 21 december 2010 (ref. WSV/2010-1961) heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ambtshalve voorschrift 1f en 1h met betrekking tot de operationele periode en de combinatie van bouw- en operationele periode van de vergunningen voor windturbineparken op de Noordzee, waaronder die voor Q10, gewijzigd. Bij besluit van 29 mei 2012 (ref. WSV/2012-740) heeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu ambtshalve voorschrift 24 met betrekking tot de geldigheid van de vergunning van de vergunningen voor windturbineparken op de Noordzee, waaronder die voor Q10, laten vervallen en vervangen door de verwijzing naar de relevante bepaling uit de Waterwet (hierna: Wtw). Bij brief van 29 februari 2012 is door Q10 Offshore Wind B.V., verder te noemen de aanvrager, een aanvraag tot wijziging van de vergunning voor offshore windturbinepark Q10 ingediend. De ontvangen documentatie ten aanzien van de aanvraag tot wijziging is in dit besluit opgenomen als aanvulling op voorschrift 1 van de vergunning. Op 19 maart 2012 (ref. RWS/DNZ-2012/449) is de aanvraag tot wijziging als volledig beoordeeld en heeft het bevoegd gezag aangegeven de aanvraag verder in behandeling te nemen. In artikel 9b, eerste lid onder a van de Electriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor projecten zoals deze de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) van toepassing kan zijn. Dat wil in dit geval zeggen dat alle besluiten die nodig zijn voor offshore windturbinepark Q10 gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure

Ergebnisse (Englisch) 1:

1) PROCEDURE APPLY for a MODIFICATION OFFSHORE WIND FARM ' Q10 ' on december 18, 2009 to Eneco New Energy e.g. a permit granted for the establishment and maintenance of the offshore wind farm ' Q10 ' (REF. WSV 2009-1229) article 2 law the appropriate management work (hereinafter referred to as: Wbr). By letter of 26 January 2010 (REF. WSV/2010-194), the competent authority has accepted the request to change the name of the license of Eneco New Energy B.V. in Q10 Offshore Wind E.g. by decision of 21 december 2010 (REF. WSV/2010-1961), the State Secretary of infrastructure and the environment, of its own motion prescription 1f and 1 h in relation to the operational period and the combination of construction and operational period of the permits for wind farms in the North Sea including those for Q10, changed. By decision of 29 may 2012 (REF. WSV/2012-740), the State Secretary of infrastructure and the environment, of its own motion rule 24 concerning the validity of the authorization of permits for wind farms in the North Sea, including those for Q10, be removed and replaced by a reference to the relevant provision of the water law (hereinafter referred to as: Wtw). In a letter dated 29 February 2012 is by Q10 Offshore Wind B.V., hereinafter called the applicant, apply for a modification of the license for offshore wind turbine park Q10. The received documentation in respect of the application for amendment is included in this decision to complement regulation 1 of the license. On 19 March 2012 (REF. RWS/DNZ-2012/449) is the request to amend and fully assessed and has the competent authority indicated the application further. In article 9b, paragraph 1 (a) of the Electriciteitswet 1998 provides that on the decision-making process for projects such as this the coordination scheme referred to in article 3.35 of the law spatial planning (hereinafter: Wro) can apply. In this case that all the decisions necessary for offshore wind farm Q10 be jointly prepared this procedure

Ergebnisse (Englisch) 2:

1) PROCEDURE APPLICATION FOR AMENDMENT OFFSHORE WIND FARM 'Q10' On December 18, 2009 is Eneco New Energy BV granted a permit for the construction and maintenance of offshore wind park 'Q10' (ref. WSV 2009-1229), pursuant to Article 2 Public Works Management Act (hereinafter Wbr). By letter dated January 26, 2010 (ref. WSV / 2010-194), the competent authority has accepted the request to change the name on the license of Eneco New Energy BV Q10 Offshore Wind BV By decision dated December 21, 2010 (ref. WSV / 2010-1961), the State Secretary of Infrastructure and the Environment officially prescription 1f and 1h regarding the operational period and the combination of construction and operational period of the licenses for wind farms in the North Sea, including those for Q10 changed. By decision of May 29, 2012 (ref. WSV / 2012-740), the State Secretary of Infrastructure and the Environment officially rule 24 regarding the validity of the authorization of permits for wind farms in the North Sea, including those for Q10, termination or replace the reference to the relevant provision of the Water Act (hereinafter Wtw). By letter dated February 29, 2012 by Q10 Offshore Wind BV, further referred to as the applicant, an application to amend the license for offshore wind farm Q10 filed. The received documentation regarding the request for amendment is included in this decision as a complement to regulation 1 of the license. On March 19, 2012 (ref. RWS / DNZ-2012/449), the application is to amend and fully assessed and the competent authority has indicated to take the application further. Article 9b, paragraph under a of the Electricity Act 1998 provides for decision-making for projects such as this, the national coordination mechanism provided for in article 3.35 of the Spatial Planning Act (hereinafter: WRO) can apply. That in this case means that all decisions necessary for offshore wind farm Q10 are prepared jointly, and this procedure

Ergebnisse (Englisch) 3:

1) background application amending offshore wind farm "q10 on 18 december 2009 to eneco new energy e.g. authorised the creation and maintenance of offshore wind farm" q10 (ref. waterways and shipping authority; 2009 - 1229) under article 2 law management rijkswaterstaatswerken (hereinafter wbr). by letter of 26 january 2010 (ref.waterways and shipping authority; / 2010 - 194) the competent authority has approved the request to amend the licence of the tenaamstelling eneco new energy e.g. q10 offshore wind e.g. decision of 21 december 2010 (ref.waterways and shipping authority; / 2010 - 1961), the minister of infrastructure and environment automatic regulation 1f and 1h with regard to the operational period and the combination of construction and operation period of the licences for wind farms in the north sea, including the q10, amended. by decision of 29 may 2012 (ref.waterways and shipping authority; / 2012 740), the secretary of state for infrastructure and environment automatic regulation 24 with respect to the validity of the license of the licences for wind farms in the north sea, including the q10, removed and replaced by the reference to the relevant provisions of the law on water (wtw). by letter of 29 february 2012 by q10 offshore wind, i.e.also called the applicant, application for modification of the permit for offshore wind farm q10 submitted. the documentation received in respect of the application for change is included in this decision to complement regulation 1 of the licence. on march 19, 2012 (ref.rws / dnz 2012 / 449) is the application to change as fully assessed and the authority specified in the application to continue treatment. in article 9b, first paragraph (a) of the electriciteitswet 1998 stipulates that the decision-making for projects such as the rijkscoördinatieregeling referred to in article 3.35, the law of spatial planning (hereinafterwro) may apply. that is to say that, in this case, all the decisions necessary for offshore wind farm q10 jointly prepared by this procedure